Wat hebben we opgestoken van corona?
Nu (bijna) alles weer mag, wordt corona al gauw een vage herinnering. Misschien wel iets dat we snel weer willen vergeten. Maar toch hebben we er ook veel van geleerd. Vrijwilligerscoördinatoren vertellen.
Aan het woord zijn Anneloes Vennik (vrijwilligerscoördinator Natuurmonumenten), Tonja van Gorp (projectleider en vrijwilligersconsulent bij IVN Natuureducatie), Wendy Cieremans (beheerder bezoekerscentrum Tenellaplas van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap), Anne Los (vrijwilligerscoördinator Natuurmonumenten) en Vera Willemsen (sr boswachter publiek bij Staatsbosbeheer)
Voor alle vrijwilligerscoördinatoren staat het als een paal boven water: vrijwilligers zijn onmisbaar. Dankzij corona is dat nog eens extra duidelijk geworden. Anneloes Vennik: “Toen bijna niemand mocht werken, kwamen we simpelweg handjes tekort. Bij het maaien en hooien bijvoorbeeld, daar waren we in oktober nog mee bezig, terwijl het normaal gesproken in augustus of september klaar zou moeten zijn.” Ook Anne Los zag met eigen ogen waar de vrijwilligers gemist werden: “Routepaaltjes groeiden dicht, bankjes werden niet hersteld en wandelpaden hadden te lijden onder achterstallig onderhoud.” Geen wonder, want de capaciteit van de vrijwilligers van Natuurmonumenten is bij elkaar nog groter dan het reguliere personeel.
Klap
De vrijwilligers zelf baalden net zo goed dat ze niet mochten werken. Anne: “We hebben nu goed kunnen merken hoe belangrijk het vrijwilligerswerk voor de mensen zelf is. Het biedt structuur aan het dagelijks leven, ze kunnen lekker buiten zijn, en hebben contact met de groep. Als dat wegvalt, kan dat echt een klap zijn. Mensen van boven de zeventig voelden zich gediscrimineerd. In een hokje gezet. Dat snap ik wel: er zijn erbij die langere fietstochten rijden dan ik ooit zou doen. Maar toch hebben we het overheidsbeleid heel zorgvuldig gevolgd.”
Digitaal contact
In veel gevallen bood de digitale weg een uitkomst. Waar nodig, probeerden de vrijwilligerscoördinatoren begeleiding te bieden. Tonja van Gorp: “De gemiddelde leeftijd van onze vrijwilligers ligt gerust bij vijftigplus. We hebben iedereen een zoomtraining aangeboden. En na elke persconferentie verstuurden we een q&a corona-update per mail, zodat iedereen precies wist waar hij aan toe was. Dat hebben we heel serieus genomen.” Uiteraard ging veel contact voortaan via de groepsapp. Anne: “Die werd voorheen alleen gebruikt voor praktische zaken, maar nu kwam er meer diepgang. Een medewerker werd bijvoorbeeld ziek en voelde zich juist erg gesteund door de andere vrijwilligers via de app.” Bij Natuurmonumenten werd het online platform Kiek nieuw leven ingeblazen. “Hierdoor was er meer contact en kruisbestuiving tussen verschillende groepen, die elkaar normaal gesproken moeilijk weten te vinden,” aldus Anneloes. Maar Wendy merkte anderzijds dat het vergaderen via teams niet voor iedereen werkte. “Sommige oudere mensen weten er geen raad mee. Daar raak je de verbinding mee kwijt.”
Buitenlucht
Als je binnen niet meer samen mag komen, dan moet je maar naar buiten gaan. Wendy had een buiten-unit neergezet, zodat mensen niet meer het bezoekerscentrum binnen hoefden te komen: de Zuid-Hollands Landschap promowagen, waar ze wandelkaarten, speurtochten en kleurplaten aanboden. “Het mes sneed aan twee kanten: we hielden de vrijwilligers aan boord én waren zichtbaar voor bezoekers. Belangrijk voor de verbinding met Het Zuid-Hollands Landschap en elkaar.” Bij IVN zagen vrijwilligers ook kansen in het buiten werken. Tonja: “Toen de vrijwilligers van IVN Den Haag zich realiseerden dat hun cursussen wel in de buitenlucht gegeven mochten worden, hebben ze de onderdelen die normaal binnen plaats vonden, op zo’n manier uitgewerkt dat het buiten kon. Dat getuigt van creativiteit en veerkracht.”
Eigen keuzes maken
Binnen het overheidsbeleid speurde iedereen naar de gulden middenweg. Anne: “Elke keer was het weer zoeken naar wat wél kon. Natuurlijk is het belangrijk om de regels te volgen, maar ik wilde ook het humane of sociale gedeelte niet uit het oog verliezen.” Iedere organisatie heeft er toch net even een eigen smaakje aan kunnen geven. Bij Natuurmonumenten rees bijvoorbeeld de vraag: wat is passend voor de pont bij Tiengemeten? Het is geen openbaar vervoer, wel in de buitenlucht, dus welke regels zijn van toepassing? En wat is het meest gunstig voor de vrijwilligers en de bezoekers? Anne: “We hebben uiteindelijk gekozen voor mondkapjes, zodat de pont wel kon blijven varen. Daarbij hebben we extra vrijwilligers ingezet als gastheer aan boord.” Het bezoekerscentrum van Wendy bleef wat langer dicht totdat het duidelijker was wat er nu precies verwacht werd. “Wel of geen mondkapje, wel of geen qr? Het was nogal onduidelijk, dus zeiden wij: nee hoor, wij blijven nog even dicht. Die vrijheid namen we, wetende dat veel vrijwilligers in de risicogroep vielen.”
Creatief denken
Hier en daar ontstonden juist creatieve ideeën die normaal niet waren ontstaan, of meer tijd nodig hadden gehad. Wendy: “Een aantal vrijwilligers is gaan ploggen: met een afvalzakje door de natuur en opruimen maar.” Dat mocht, omdat het buiten was en in kleine groepjes werd georganiseerd. “We hebben dat gefaciliteerd door van oude vlaggen plogringen te maken die je in vuilniszakken kunt steken, en we hebben grijpers gekocht.” En zodra ze in de gaten hadden dat kinderen veel dingen wel mochten die voor volwassenen niet toegestaan waren, begonnen sommige organisaties extra kinderactiviteiten aan te bieden. Tonja vertelt over het kabouterbos van IVN Alphen a/d Rijn, dat heel snel uit de grond gestampt werd. Op veel plekken werd tijd gestoken in online routes of speurtochten die bezoekers individueel konden volgen. Een ander voorbeeld komt van IVN Delft: “Een actieve werkgroep die altijd veel lezingen verzorgd heeft, uiteraard altijd in het vertrouwde zaaltje. Toen dat niet meer mocht, zeiden wij: het kan ook online, hè? Heel stoer dat ze dat durfden. En ze merkten zelfs dat ze een groter bereik hadden. De lezing over de wolf werd online verrassend goed bezocht,” herinnert Tonja zich.
Meningsverschillen
De maatregelen veranderden regelmatig, en iedereen had daar op een gegeven moment wel een mening over. Hoe houd je de sfeer goed? Wendy: “Ik heb er heel erg voor gewaakt dat we niet tegenover elkaar zouden komen te staan. Bij de vaccinatiediscussie bijvoorbeeld. We vroegen er niet naar, maar mensen spraken onderling nu eenmaal met elkaar. Daarom bleef ik benoemen: het is ieders eigen vrije keuze. We zijn allemaal volwassen mensen die zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen voor onze beslissingen.”
Nieuwe aanwas en schifting
Als vrijwilligers niet mogen werken, niet mogen doen waar ze blij van worden, hoe kun je ze dan motiveren? Vera Willemsen was net begonnen met een groepje van vier nieuwe vrijwillige natuurgidsen, toen corona losbarstte. “Deze mensen hadden nog nooit voor ons gewerkt en elkaar nog nooit gezien. Hoe kon ik hen aan boord houden?” Vera werd gepusht om creatief te denken. Zo gaf ze de gidsen (in opleiding) bijvoorbeeld opdrachten die ze individueel uit konden voeren. “Bijvoorbeeld: loop een rondje om, luister welke vogels je hoort en verzin daar leuke weetjes over.” Dit konden ze dan later implementeren in hun excursies. Het is haar gelukt om haar vier gidsen enthousiast te houden. Wendy heeft zeventien nieuwe vrijwilligers aan het bezoekerscentrum weten te binden in een tijd waarin ze zich nauwelijks in konden zetten. Andere organisaties zagen ook wel mensen vertrekken. “Sommige vrijwilligers zijn bij zichzelf gaan nadenken: wat wil ik nu echt? En zij die toch twijfelden, zijn vertrokken,” weet Anne. Soms verdrietig, maar anderzijds zorgde dit voor een automatische schifting. De natuur werd tijdens de coronatijd juist weer meer op haar waarde geschat. Anne zag aan de ene kant vrijwilligers vertrekken, en aan de andere kant de ledenaantallen stijgen. “En tussen die nieuwe leden bevonden zich ook weer nieuwe vrijwilligers, die meer dan welkom zijn.”
Flexibiliteit
Het leven van persconferentie naar persconferentie vroeg veel flexibiliteit van iedereen. Daar vormden de vrijwilligersorganisaties geen uitzondering op. Vera: “Elke keer dachten we weer dat het eindelijk zo ver was en hadden we allerlei excursies gepland, maar vaak moesten we het op het laatste moment toch afblazen. Als ik van te voren had geweten hoe lang alles zou duren, had ik meer structuur aangebracht. Nu gingen we heel ad hoc van persconferentie naar persconferentie. Het was voor mij persoonlijk heel leerzaam om te leren schakelen.”
Waardering uiten
Vrijwilligers verdienen een pluim. Elke organisatie uit zijn waardering op zijn eigen manier. “Ik wil niet zeggen dat cadeautjes het antwoord zijn op alles,” nuanceert Vera alvast, “maar ik heb voor mijn mensen een mok laten maken met daarop hun naam en de titel ‘vrijwilligersgids’. Volgens mij waren ze daar wel blij mee.” En nu de coronamaatregelen voorbij zijn, grijpen de organisaties hun kans om de vrijwilligers in het zonnetje te zetten. Anne ziet hier de voordelen van de kleinschaligheid die ze tijdens de coronaperiode heeft leren kennen: “Voorheen hielden we een jaarlijkse Bedankdag, maar nu gaan we met elk groepje iets leuks doen. Zo hebben we meteen veel tijd om met elkaar in gesprek te gaan.”
Schade inhalen
Nu alles achter de rug lijkt, staan de vrijwilligers te trappelen om de schade dubbel en dwars in te halen. Wendy: “We hebben met elkaar benoemd wat de gevolgen van corona zijn geweest, zodat we het echt konden afronden. Nu kunnen we met frisse moed weer verder.” Vera: “Met een natuurgids op pad gaan is echt een hele andere beleving dan af en toe een praatje met de boswachter. Nu nemen we de mensen weer op sleeptouw. Door afgesloten gebieden bijvoorbeeld waar je zonder gids niet mag komen. Dat is echt een hele gave toevoeging aan je bezoek.”