Zwarte sterns in Zuid-Holland

In Zuid-Holland broeden zwarte sterns in moerasgebieden en in het veenweidegebied. Door het verdwijnen van drijvende waterplanten zoals krabbenscheer uit de sloten wordt het voor de zwarte stern steeds lastiger om een geschikte plek te vinden om zijn nestje te bouwen. Om toch nestruimte te bieden gooien vrijwilligers, boeren en terreinbeheerders in het voorjaar speciale nestvlotjes uit in geschikte sloten. Dankzij deze hulp nemen de broedaantallen in Zuid-Holland weer toe.

In het jaarverslag lees je meer over de broedaantallen en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren:
jaarverslag 2018 / jaarverslag 2017

Hoe kan je helpen?
Na het maken van de vlotjes gaan de vlotjes rond eind april te water. Om nog meer sterns een broedplekje te geven zijn we altijd op zoek naar nieuwe plekken en ook naar helpende handen voor het klaarmaken en uitgooien van de vlotjes. 

Omdat we willen weten hoeveel sterns jongen groot brengen volgen we de vogels in de kolonies. Dit noemen we monitoren. Vanaf half mei beginnen de zwarte sterns met het leggen van de eitjes. Dan begint het spannende seizoen waarbij de sterns heel gevoelig zijn. Van een afstandje proberen we zo goed mogelijk de kraamtijd te volgen. 1 keer per week gaan we de kolonies af en tellen we het aantal eieren en later de leeftijd van de jongen. We volgen de kolonies tot de meeste jongen ongeveer 20 dagen oud zijn. Dan zijn ze groot genoeg om uit te vliegen.

We kunnen alle helpende handjes gebruiken! Stuur een berichtje naar boerenlandvogels@degroenemotorzh.nl

Monitoringsformulier
Gaat je dit jaar weer monitoren? Gebruik dan het nieuwe monitoringsformulier.
Graag vragen wij je aandacht voor het ook invullen van de GPS locatie van de kolonie en het uitgelegd aantal vlotjes op de locatie.